Dagexcursie naar Brugge 18 oktober 2016
Een bezoek aan Brugge loont steeds de moeite. Niettegenstaande de lange treinrit was er een ruime belangstelling. Niemand had echter kunnen bevroeden dat het een extra lange rit zou worden. Wegens een tragisch ongeval in het station van Beernem werd de trein opgehouden in Aalter. We reden terug naar Gent en via een alternatieve route bereikten we Brugge, ongeveer twee uren later dan oorspronkelijk gepland. Geert, onze gids, was intussen op de hoogte. De morgenwandeling via de highlights werd uiteraard geschrapt. In het restaurant had men begrip voor de situatie. De koude schotel met streekproducten en een plaatselijk biertje werden erg gewaardeerd.
Voor de namiddagwandeling waren twee gidsen voorzien die ieder op hun manier kleur gaven aan het onderwerp ‘Straffe Gods’. In de middeleeuwen was men er immers van overtuigd dat ziekte en tegenslag een straf waren van God. Geert begon echter met een korte beschrijving van de gebouwen op de Burg, vanuit historisch standpunt het belangrijkste plein van de stad. Het plein wordt omringd door het vroegere Landhuis van het Brugse Vrije, de voormalige Civiele Griffie, het stadhuis en de Heilig-Bloedbasiliek.
De eigenlijke wandeling bracht ons naar diverse locaties waar in de middeleeuwen de geneeskunst beoefend werd. In de 16de en 17de eeuw probeerden de toenmalige dokters, apothekers en zusters met de weinige beschikbare middelen een antwoord te vinden op de pest, een beter leven te bieden aan de zieken en troost aan wie ten dode opgeschreven was. Ga je vandaag met een koorts naar de huisdokter dan was je in de middeleeuwen toch minder goed af. Zusters en chirurgijnen behandelden de patiënten weliswaar met liefde en zorg maar de geneeskunde was – om het zacht uit te drukken – niet echt geavanceerd.
In onze contreien kenden we ook melaatsheid. Zo werden in Brugge de melaatsen verwezen naar de Magdalena leprozerie, net buiten de stadsmuren.
Vrome katholieke meisjes en zusters konden zich geen betere tijdsbesteding bedenken dan een ziekenbezoek in het hospitaal van de stad. Het hospitaal was dan ook belangrijk. In de middeleeuwen duidt het woord hospitaal vooral op "hospitalitas" of gastvrijheid. Pelgrims, passanten, armen en behoeftige zieken kregen er onderdak waarbij de zielzorg primeerde op de lichamelijke verzorging. Zo kwam het Sint-Janshospitaal tot stand rond 1150 en was het hierdoor een van de oudste ziekenzorginstellingen op het Europese vasteland.
Na deze boeiende wandeling volgde nog een uitstekend avondmaal in een gezellig kader. De bediening was uitstekend maar de tijd was beperkt. Een trein wacht immers niet. De terugrit verliep vlekkeloos.
Paul Delefortrie