De Slag aan de IJzer – bezoek aan Nieuwpoort en Diksmuide – 19 mei 2016
Naar aanleiding van de herdenkingen in het kader van de Eerste Wereldoorlog trokken we naar Nieuwpoort en Diksmuide waar oud-leraar en stadsdichter Toon Hillewaere ons liet kennismaken met ‘De Slag aan de IJzer’.
Niettegenstaande het vroege uur kunnen we – 48 deelnemers – stipt op het afgesproken uur vertrekken. De rit naar Ramskapelle, waar Toon ons opwacht, verloopt vlekkeloos.
In de cafetaria van het KYCN had de koffie moeten klaarstaan maar de uitbater was ons bezoek vergeten… Een telefoontje en veel vlijtige handen van onze leden maken het ongemak vlug ongedaan.
Tijdens de rit naar het Albert I monument legt Toon, aan de hand van een schets, de werking uit van de sluisdeuren, kennis die nodig is om de onderwaterzetting van de polders te begrijpen.
Het Albert I monument werd opgetrokken in 1938 ter ere van Koning Albert I en de Belgische troepen in de Eerste Wereldoorlog. Het cirkelvormige monument, met een diameter van 30 meter, telt tien zuilen en werd gebouwd met bakstenen van groot formaat uit de IJzervlakte. In sommige stenen zitten nog restanten van scherven afkomstig van artilleriegranaten.
Onder het monument bevindt zich nu het bezoekerscentrum 'Westfront Nieuwpoort'. In dit eigentijdse en interactieve centrum loopt een permanente tentoonstelling over de onderwaterzetting van de IJzervlakte.
Met Toon en een tweede gids maken we kennis met de hoogtepunten in dit museum. We beginnen bij het IJzerpanorama, een schilderij van Alfred Bastien tot leven gebracht door een projectie op een scherm van 32 bij 4 meter. Meteen na de oorlog schilderde de Belgische frontkunstenaar Alfred Bastien een monumentaal panorama van de IJzerslag in oktober 1914. Op een doek van 115 meter lang en 14 meter breed beeldde hij het hele front af, van de IJzermonding in Nieuwpoort tot het brandende Ieper. In Westfront Nieuwpoort wordt dat doek digitaal getoond. Het originele doek wordt op dit ogenblik in de best mogelijke omstandigheden bewaard maar een restauratie blijkt te omslachtig en te duur te zijn. Daarom werd geopteerd voor een digitale reproductie.
Het Westfront Nieuwpoort is geen doorsnee oorlogsmuseum, maar het laat de bezoekers interactief bezig zijn. Via een groot aantal schermen kan je luisteren naar de rol die verscheidene mensen speelden bij de onderwaterzetting. Ook het dagboek van sluiswachter Hendrik Geeraert is er te zien, evenals de zwengel die indertijd werd gebruikt om de sluizen open te draaien en het duikerspak dat werd gedragen tijdens het herstellen van de sluizen.
Rond de maquette van het Sluizencomplex De Ganzepoot legt Toon uit hoe de onderwaterzetting in zijn werk ging. Na die boeiende rondleiding besluit menig deelnemer een tweede bezoek aan dit museum te plannen.
Op weg naar Diksmuide rijden we langs de echte Ganzepoot. Op het programma staat nu een korte kennismaking met dit stadje aan de IJzer. De Vismarkt met de bronzen visvrouw Jette maakte in de middeleeuwen deel uit van het havenkwartier van Diksmuide. Op de Grote Markt staat het standbeeld van Luitenant-Generaal Jacques en hebben we een mooi zicht op het gerestaureerde stadhuis met belforttoren en kerk. Op de hoek staat het beeldje ter ere van 't Manneke uit de Mane.
Dit verwijst naar de oude Vlaamse volksalmanak. Sinds 1965 worden jaarlijks enkele prominente West-Vlamingen tot Ridder in de Orde van 't Manneke uit de Mane geslagen. Dat gebeurt naar keuze met een ridderzwaard of met de traditionele koteraar. Jaren geleden viel onze gids ook deze eer te beurt. We besluiten de korte wandeling met een bezoek aan het schilderachtige Begijnhof. Hier wonen vandaag een twintigtal volwassen mannen en vrouwen met een verstandelijke handicap.
In de Salons Notredame in Beerst staat de tafel gedekt. Na deze lange voormiddag smaakt het uiteraard. De bediening verloopt vlot.
We beginnen de namiddag met een bezoek aan de Duitse militaire begraafplaats in Vladslo ( het Deutscher Soldatenfriedhof ). In het grasveld zien we eindeloze rijen platte, grijze grafstenen met achteraan het 'Treurende ouderpaar' van de Duitse beeldhouwster Käthe Kollwitz. Op de grafsteen vóór de beeldengroep staan verschillende namen, waaronder die van haar zoon. Alles samen liggen hier 25.644 slachtoffers. Dit is ongetwijfeld een van de meest indrukwekkende begraafplaatsen in de Westhoek.
We rijden nu terug in de richting van Diksmuide voor een rit langs de IJzer. In Stuivekenskerke, vlak bij de kerk, staat de koffie klaar in een bekende fietsstopplaats. De rit langs de IJzer gaat verder en onderweg zien we de overblijfselen van le boyau de la mort. Deze Dodengang is het enige bewaarde Belgische loopgravencomplex uit de Eerste Wereldoorlog. Intussen werd het al enkele keren gerestaureerd.
We naderen Ramskapelle waar het station staat dat tijdens de Eerste Wereldoorlog dienst deed als observatiepost langs de frontlijn. Deze posten zijn slechts door een klein aantal soldaten bemand, die een beurtrol van drie man per dag hadden. De waarnemers moeten het mondingsvuur van de vijandelijke kanonnen observeren en de gegevens doorseinen aan de eigen artillerie om een tegenaanval in te zetten. Vlakbij loopt de voormalige spoorwegbedding nu ingericht als fiets- en wandelpad.
Stilaan komt nu een einde aan deze boeiende kennismaking met het IJzerfront. In de loop van de dag had Toon enkele toepasselijke gedichten voorgedragen die hij, als stadsdichter, op zijn naam heeft staan. Op de parking in Ramskapelle besluit hij de tocht met een ontroerend oorlogsgedicht.
Na nog een dankwoordje kunnen we huiswaarts rijden, tevreden over deze interessante dag die in een prima sfeer verliep.
PAUL